top of page

COLUMN

Is werken in organisaties wel Menselijk?

Over aandacht en verwondering

U reist naar uw werk. U komt op tijd aan. Herkenbaar? Bij nader inzien was dit vandaag toch anders. Heeft u niet gemerkt dat onderweg, toen u  de trein of metro uitstapte, de wereldberoemde vioolvirtuoos Josh Bell op zijn Stradivarius stond te spelen? Nee? Kunt u zich die straatmuzikant niet meer herinneren?

 

- Column door: Jorrit Stevens

 

Een journalist vroeg aan violist Josh Bell om, bij wijze van experiment, in de ochtendspits in een metrostation in Washington D.C. te spelen, uitgedost als straatmuzikant. Zijn vraag: stoppen forenzen om te luisteren? Gedurende vijfenveertig minuten speelde Bell klassieke ‘hits’. Vrijwel iedereen snelde achteloos aan hem voorbij. Schokkend? Bell en de journalist menen van wel. De journalist beschreef zijn experiment in het Pullitzerprijswinnende artikel ‘Pearls before breakfast’. Daarin gaat hij in op het gejaagde en lege moderne bestaan en de waarde van schoonheid en kunst.

 

Natuurlijk zouden u en ik graag denken dat ons deze pracht wel opgevallen zou zijn. Wij blijven staan om te luisteren, toch? Eerlijk gezegd geloof ik dat niet. Ik vrees dat ook ik doorgelopen was. Los van de vraag of dat werkelijk zo vreselijk is en of we überhaupt van klassieke (viool)muziek houden, heeft het experiment bij mij tot de volgende vraag geleid: wat is er voor nodig om iets dat zich zo maar aandient, op te merken en er van te genieten?

 

Zo kwam ik op de attitude van (oprechte) aandacht. Immers als ik bewust belangstelling heb voor wat hier en nu plaatsvindt, met mijn zintuigen verband houdend, dan merk ik een straatmuzikant zeker op. Als ik aandachtig luister naar muziek, dan valt mij bijvoorbeeld de bijzondere klank van een instrument op. Het mooie van aandacht is dat je op elk moment kan kiezen om aandacht te ‘doen’*. Aandacht staat aan de basis van veel prachtigs in het leven: In de file overvliegende zwanen zien, de geur van regen, een collega die koffie voor je meeneemt, luisteren naar een bijzonder verhaal.

 

Mijn tweede antwoord zou zijn: de attitude van ‘verwondering’. Hiermee bedoel ik een houding waarin je hetgeen zich aandient als wonderbaarlijk of als vreemd opmerkt. ‘Hé daar staat een straatmuzikant’, ‘Gôh, lekker koekje’, ‘Dat hij dát nou zegt’.

 

Het mooie van het leven of het leven an sich is misschien wel dat zich dingen aandienen die je niet had kunnen bevroeden. Verwondering over dat ‘iets’ zich zo maar aandient en de oprechte aandacht voor hetgeen zich aandient, biedt de mogelijkheid om het schijnbaar onbeduidendste voorval te maken tot een betekenisvol, zelfs vreugdevol moment.

 

Gek genoeg zijn aandacht en verwondering nou juist die attitudes die in organisaties veelal ontbreken. In die zin gaan organisaties en medewerkers in tegen (het mooie van) het leven. Dat heeft onder meer te maken met het feit dat men in organisaties de neiging heeft om het leven te vernauwen in regels en protocollen. Maar: waar regels ontstaan, verdwijnt de aandacht.

 

Forenzen moeten op tijd zijn (regel). Aandacht voor vioolvirtuozen is dan niet aan de orde. Eenmaal op het werk, houden we ons aan prestatieafspraken (regels) en kwaliteitssystemen (regels). Oprechte aandacht verdwijnt zo.  ‘Hoezo slecht voor het milieu? Onze auto’s voldoen aan de (milieu)wetgeving hoor!’, ‘Die doorligwonden zijn niet onze fout, wij houden ons aan de geïndiceerde zorgtijd’. Is dit oprechte aandacht denkt u? Ook volgens een patiënt of ijsbeer?

 

Organisaties stellen regels. Regels verleiden ons tot gedrag dat wij niet zouden vertonen als we oprecht aandachtig zouden zijn, integendeel. Oprecht aandachtig en verwonderd zijn, is waardig leven. Mensen leven. In organisaties wordt gewerkt. Daar zijn wij geen mens. Waardig leven is er, zo bezien, niet.

 

Laten we daarom weer als waardige mensen leven. Ons verwonderen over regels, vermomd als: ‘geïndiceerde zorg(tijd)’, ‘competentielijsten’, ‘milieunormen’, ‘klantgerichtheidsprotocollen’, ‘codes of conduct’. De redenering is namelijk omkeerbaar: waar regels verdwijnen, ontstaat (oprechte) aandacht. Aandacht voor hetgeen een regel nou juist beoogt, zonder die regel zelf, is genoeg.

 

Deze column stuit wellicht op kritiek of bijval. Mooi, u verwondert zich! U heeft met aandacht gelezen? Prachtig, en daar hadden wij geen regels of organisatie voor nodig! De patiënt, de ijsbeer en ik danken u voor uw aandacht.

 

---

Leestips, links en bronnen bij deze column:

 

* Hoorn, van, Marianne, ‘Aandacht: bron van verbinding. Verkenningen rond rijker organiseren’, Van Gorcum, 2007

 

Cat.: advies organisatieadvies managementadvies adviesbureau change management

Terug naar:

publicaties

bottom of page